Dit is voor Julie, voor het meisje in ’t stadspark hier in de stad, voor iedereen die wel eens te maken heeft gehad met (seksuele) intimidatie, voor iedereen die nageroepen is op straat, voor iedereen die geen ‘nee’ heeft durven te zeggen, voor iedereen die niet zonder angst de straat over durft. Dit is voor jou.
He, jij, ja jij meisje
met je mooie ogen
je prachtige golvende haren
zullen wij eens een gokje wagen?
Zullen we dansen in jouw bed
Of op die tafel net gedekt?
Laat die sleutels maar los
Ik doe je niks
Kom maar dichterbij met je hand
Ja, precies, daar, dat, ja, ja, dat is goed
Maar lieverd, je weet toch
dat je die sleutels niet loslaten mocht?
Dat je moest gaan schreeuwen en rennen
Ook al was er niemand te bekennen
Bel, als je door donkere straten loopt
Als je angst zich ophoopt
Losse haren, telefoon bij de hand
Wat er ook gebeurt, hou stand
Vecht, schop, sla en schreeuw- zoals geleerd bij de zelfhulpgroep
maar onthoud: je kleding lieverd, is één grote lokroep
Je loopt al voorzichting langs de zijlijn
En toch: “jij mag er ook wel zijn!”
Rillingen en trillingen over je rug
De altijd grote vraag: zeg je wat terug?
Alleen lopen over straat en je zou geheid
Moeten vrezen voor je veiligheid
Wanneer komt er eens een einde aan?
Het beschuldigen van slachtoffers – je kunt beter niet meer naar buitengaan
Alsof alles binnen veiliger is
Geloof me, ook daar gaat het nog wel mis
Moeders, vaders, vrienden, vriendinnen,
Kom toch bij zinnen!
Wij zijn niet schuldig, nee, geloof ons alsjeblieft
De verkeerde tijd, verkeerde plaats, dat is niet hoe het zit
Wij lopen over straat en proberen te dragen wat wij willen
en zouden daarom niet hoeven te gillen
Wij zijn geen lustobjecten
die bestaan om jou te helpen met jouw affecten
Nee, wij willen ook gewoon leven
zonder onze veiligheid en eigenwaarde op te moeten geven.